Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. opslag geven:


Dutch

Detailed Synonyms for opslag geven in Dutch

opslag geven:

opslag geven verb (geef opslag, geeft opslag, gaf opslag, gaven opslag, opslag gegeven)

  1. opslag geven
    opslag geven
    • opslag geven verb (geef opslag, geeft opslag, gaf opslag, gaven opslag, opslag gegeven)

Conjugations for opslag geven:

o.t.t.
  1. geef opslag
  2. geeft opslag
  3. geeft opslag
  4. geven opslag
  5. geven opslag
  6. geven opslag
o.v.t.
  1. gaf opslag
  2. gaf opslag
  3. gaf opslag
  4. gaven opslag
  5. gaven opslag
  6. gaven opslag
v.t.t.
  1. heb opslag gegeven
  2. hebt opslag gegeven
  3. heeft opslag gegeven
  4. hebben opslag gegeven
  5. hebben opslag gegeven
  6. hebben opslag gegeven
v.v.t.
  1. had opslag gegeven
  2. had opslag gegeven
  3. had opslag gegeven
  4. hadden opslag gegeven
  5. hadden opslag gegeven
  6. hadden opslag gegeven
o.t.t.t.
  1. zal opslag geven
  2. zult opslag geven
  3. zal opslag geven
  4. zullen opslag geven
  5. zullen opslag geven
  6. zullen opslag geven
o.v.t.t.
  1. zou opslag geven
  2. zou opslag geven
  3. zou opslag geven
  4. zouden opslag geven
  5. zouden opslag geven
  6. zouden opslag geven
diversen
  1. geef opslag!
  2. geeft opslag!
  3. opslag gegeven
  4. opslag gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for opslag geven