Dutch
Detailed Synonyms for prent in Dutch
prent:
-
de prent
Related Words for "prent":
prent form of prenten:
-
prenten
Conjugations for prenten:
o.t.t.
- prent
- prent
- prent
- prenten
- prenten
- prenten
o.v.t.
- prentte
- prentte
- prentte
- prentten
- prentten
- prentten
v.t.t.
- heb geprent
- hebt geprent
- heeft geprent
- hebben geprent
- hebben geprent
- hebben geprent
v.v.t.
- had geprent
- had geprent
- had geprent
- hadden geprent
- hadden geprent
- hadden geprent
o.t.t.t.
- zal prenten
- zult prenten
- zal prenten
- zullen prenten
- zullen prenten
- zullen prenten
o.v.t.t.
- zou prenten
- zou prenten
- zou prenten
- zouden prenten
- zouden prenten
- zouden prenten
diversen
- prent!
- prent!
- geprent
- prentend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze