Dutch
Detailed Synonyms for stranden in Dutch
stranden:
-
stranden
falen; verkeerd lopen; mislukken; misgaan; in de puree lopen; floppen; afgaan; mislopen; stranden-
verkeerd lopen verb (loop verkeerd, loopt verkeerd, liep verkeerd, liepen verkeerd, verkeerd gelopen)
-
in de puree lopen verb
Conjugations for stranden:
o.t.t.
- strand
- strandt
- strandt
- stranden
- stranden
- stranden
o.v.t.
- strandde
- strandde
- strandde
- strandden
- strandden
- strandden
v.t.t.
- ben gestrand
- bent gestrand
- is gestrand
- zijn gestrand
- zijn gestrand
- zijn gestrand
v.v.t.
- was gestrand
- was gestrand
- was gestrand
- waren gestrand
- waren gestrand
- waren gestrand
o.t.t.t.
- zal stranden
- zult stranden
- zal stranden
- zullen stranden
- zullen stranden
- zullen stranden
o.v.t.t.
- zou stranden
- zou stranden
- zou stranden
- zouden stranden
- zouden stranden
- zouden stranden
diversen
- strand!
- strandt!
- gestrand
- strandend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het stranden
Related Words for "stranden":
stranden form of strand:
-
het strand