Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. trefwoorden:
  2. trefwoord:


Dutch

Detailed Synonyms for trefwoorden in Dutch

trefwoorden:

trefwoorden [de ~] noun, plural

  1. de trefwoorden
    de trefwoorden; de steekwoorden

Related Words for "trefwoorden":


trefwoord:

trefwoord [het ~] noun

  1. het trefwoord
    het trefwoord

Related Words for "trefwoord":