Dutch
Detailed Synonyms for trotserend in Dutch
trotserend:
-
trotserend
trotseren:
-
trotseren
Conjugations for trotseren:
o.t.t.
- trotseer
- trotseert
- trotseert
- trotseren
- trotseren
- trotseren
o.v.t.
- trotseerde
- trotseerde
- trotseerde
- trotseerden
- trotseerden
- trotseerden
v.t.t.
- heb getrotseerd
- hebt getrotseerd
- heeft getrotseerd
- hebben getrotseerd
- hebben getrotseerd
- hebben getrotseerd
v.v.t.
- had getrotseerd
- had getrotseerd
- had getrotseerd
- hadden getrotseerd
- hadden getrotseerd
- hadden getrotseerd
o.t.t.t.
- zal trotseren
- zult trotseren
- zal trotseren
- zullen trotseren
- zullen trotseren
- zullen trotseren
o.v.t.t.
- zou trotseren
- zou trotseren
- zou trotseren
- zouden trotseren
- zouden trotseren
- zouden trotseren
en verder
- ben getrotseerd
- bent getrotseerd
- is getrotseerd
- zijn getrotseerd
- zijn getrotseerd
- zijn getrotseerd
diversen
- trotseer!
- trotseert!
- getrotseerd
- trotserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze