Dutch
Detailed Synonyms for vertalen in Dutch
vertalen:
-
vertalen
-
vertalen
-
vertalen
-
vertalen
– het omzetten om bruikbaar te maken 1 -
vertalen
– in een andere taal overbrengen 1
Conjugations for vertalen:
o.t.t.
- vertaal
- vertaalt
- vertaalt
- vertalen
- vertalen
- vertalen
o.v.t.
- vertaalde
- vertaalde
- vertaalde
- vertaalden
- vertaalden
- vertaalden
v.t.t.
- heb vertaald
- hebt vertaald
- heeft vertaald
- hebben vertaald
- hebben vertaald
- hebben vertaald
v.v.t.
- had vertaald
- had vertaald
- had vertaald
- hadden vertaald
- hadden vertaald
- hadden vertaald
o.t.t.t.
- zal vertalen
- zult vertalen
- zal vertalen
- zullen vertalen
- zullen vertalen
- zullen vertalen
o.v.t.t.
- zou vertalen
- zou vertalen
- zou vertalen
- zouden vertalen
- zouden vertalen
- zouden vertalen
diversen
- vertaal!
- vertaalt!
- vertaald
- vertalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze