Summary
Dutch
Detailed Synonyms for voor in Dutch
voor:
-
voor
-
voor
-
voor
-
de voor
– aan de voorkant ervan 1 -
de voor
– beter of verder dan anderen 1 -
de voor
– in plaats van 1 -
de voor
– waar je een voorstander van bent 1 -
de voor
– welk doel het heeft 1 -
de voor
– wie het krijgt 1 -
de voor
– eerder dan 1