Dutch
Detailed Synonyms for voortbestaan in Dutch
voortbestaan:
-
voortbestaan
Conjugations for voortbestaan:
o.t.t.
- besta voort
- bestaat voort
- bestaat voort
- bestaan voort
- bestaan voort
- bestaan voort
o.v.t.
- bestond voort
- bestond voort
- bestond voort
- bestonden voort
- bestonden voort
- bestonden voort
v.t.t.
- ben voortbestaan
- bent voortbestaan
- is voortbestaan
- zijn voortbestaan
- zijn voortbestaan
- zijn voortbestaan
v.v.t.
- was voortbestaan
- was voortbestaan
- was voortbestaan
- waren voortbestaan
- waren voortbestaan
- waren voortbestaan
o.t.t.t.
- zal voortbestaan
- zult voortbestaan
- zal voortbestaan
- zullen voortbestaan
- zullen voortbestaan
- zullen voortbestaan
o.v.t.t.
- zou voortbestaan
- zou voortbestaan
- zou voortbestaan
- zouden voortbestaan
- zouden voortbestaan
- zouden voortbestaan
diversen
- besta voort!
- bestaat voort!
- voortbestaan
- voortbestaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het voortbestaan