Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Search: bizar

Dutch and Swedish Translation Search Results for bizar

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

bizar:
- konstig; bizarr; bizarrt; udda; bisarrt; kuriös; exentrisk; kuriöst; exentriskt
Wiktionary:
- bizar → bizarr, egendomlig, märkvärdig, synnerlig, utomordentlig

Dutch

Detailed Translations for bizar from Dutch to Swedish

bizar:

bizar adj

bizar (grotesk)
konstig; bizarr; bizarrt
- konstig adj
- bizarr adj
- bizarrt adj
bizar (zonderling; excentriek; bijzonder; vreemd; apart; merkwaardig; typisch; buitenissig; ongewoon; curieus; eigenaardig)
udda; bisarrt; kuriös; exentrisk; kuriöst; exentriskt
- udda adj
- bisarrt adj
- kuriös adj
- exentrisk adj
- kuriöst adj
- exentriskt adj

Translation Matrix for bizar:

Noun	Related Translations	Other Translations
konstig		waanzinnigheid
Modifier	Related Translations	Other Translations
bisarrt	apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling	luguber; macaber; spookachtig
bizarr	bizar; grotesk
bizarrt	bizar; grotesk
exentrisk	apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
exentriskt	apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
konstig	bizar; grotesk	curieus; merkwaardig; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
kuriös	apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
kuriöst	apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
udda	apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling	oneven

Related Words for "bizar":

bizarst, bizarste

Wiktionary Translations for bizar:

Cross Translation:

From	To	Via
• bizar	→ bizarr	↔ bizarre — strangely unconventional
• bizar	→ egendomlig; märkvärdig; synnerlig; utomordentlig	↔ singulier — Qui est différent ou particulier, qui ne ressembler pas aux autres.