Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. stortregenen:
  2. stortregen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stortregenen from Dutch to Swedish

stortregenen:

stortregenen verb (stortregen, stortregent, stortregende, stortregenden, stortgeregend)

  1. stortregenen (gieten; plenzen)
    ösregna
    • ösregna verb (ösregnar, ösregnade, ösregnat)

Conjugations for stortregenen:

o.t.t.
  1. stortregen
  2. stortregent
  3. stortregent
  4. stortregenen
  5. stortregenen
  6. stortregenen
o.v.t.
  1. stortregende
  2. stortregende
  3. stortregende
  4. stortregenden
  5. stortregenden
  6. stortregenden
v.t.t.
  1. heb stortgeregend
  2. hebt stortgeregend
  3. heeft stortgeregend
  4. hebben stortgeregend
  5. hebben stortgeregend
  6. hebben stortgeregend
v.v.t.
  1. had stortgeregend
  2. had stortgeregend
  3. had stortgeregend
  4. hadden stortgeregend
  5. hadden stortgeregend
  6. hadden stortgeregend
o.t.t.t.
  1. zal stortregenen
  2. zult stortregenen
  3. zal stortregenen
  4. zullen stortregenen
  5. zullen stortregenen
  6. zullen stortregenen
o.v.t.t.
  1. zou stortregenen
  2. zou stortregenen
  3. zou stortregenen
  4. zouden stortregenen
  5. zouden stortregenen
  6. zouden stortregenen
en verder
  1. ben stortgeregend
  2. bent stortgeregend
  3. is stortgeregend
  4. zijn stortgeregend
  5. zijn stortgeregend
  6. zijn stortgeregend
diversen
  1. stortregen!
  2. stortregent!
  3. stortgeregend
  4. stortregenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stortregenen [znw.] noun

  1. stortregenen (storten; gieten; plenzen)
    hällregn

Translation Matrix for stortregenen:

NounRelated TranslationsOther Translations
hällregn gieten; plenzen; storten; stortregenen gietbui; plensbui; slagregen; stortbui; stortregen; zware regenbui
VerbRelated TranslationsOther Translations
ösregna gieten; plenzen; stortregenen gulpen; gutsen; in stromen neerstorten

Related Words for "stortregenen":


Wiktionary Translations for stortregenen:


Cross Translation:
FromToVia
stortregenen störtregna pelt — to rain heavily

stortregen:

stortregen [de ~ (m)] noun

  1. de stortregen (gietbui; stortbui; plensbui; slagregen; zware regenbui)
    störtskur; hällregn

Translation Matrix for stortregen:

NounRelated TranslationsOther Translations
hällregn gietbui; plensbui; slagregen; stortbui; stortregen; zware regenbui gieten; plenzen; storten; stortregenen
störtskur gietbui; plensbui; slagregen; stortbui; stortregen; zware regenbui

Related Words for "stortregen":