Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- bericht:
- berichten:
-
Wiktionary:
- bericht → meddelande, notis, anteckning, upplysning, underrättelse
- berichten → berätta, rapportera, meddela, delge, överföra, sprida, informera, upplysa
Dutch
Detailed Translations for bericht from Dutch to Swedish
bericht:
-
het bericht (tijding)
-
het bericht (aankondiging; melding)
-
het bericht (mededeling; boodschap; vermelding; uitspraak; opgave; gewag; melding; verwittiging; tijding; bekendmaking; relaas)
-
het bericht (verslag; referaat)
-
het bericht (tijdschrift; periodiek; magazine; maandblad; blad; weekblad; tijdspiegel)
-
het bericht
-
het bericht
-
het bericht (document)
Translation Matrix for bericht:
Related Words for "bericht":
Synonyms for "bericht":
Related Definitions for "bericht":
Wiktionary Translations for bericht:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bericht | → meddelande | ↔ message — a concept conveyed |
• bericht | → notis; anteckning | ↔ Notiz — kurze, stichwortartige Auflistung |
• bericht | → notis | ↔ Notiz — kurze Zeitungsmeldung |
• bericht | → upplysning; underrättelse | ↔ renseignement — indice qui nous aider à connaître certaines choses ou qui nous éclairer sur une personne. |
bericht form of berichten:
-
berichten (iets melden)
-
berichten (rapporteren; melden; meedelen; informeren; verslag uitbrengen)
Conjugations for berichten:
o.t.t.
- bericht
- bericht
- bericht
- berichten
- berichten
- berichten
o.v.t.
- berichtte
- berichtte
- berichtte
- berichtten
- berichtten
- berichtten
v.t.t.
- heb bericht
- hebt bericht
- heeft bericht
- hebben bericht
- hebben bericht
- hebben bericht
v.v.t.
- had bericht
- had bericht
- had bericht
- hadden bericht
- hadden bericht
- hadden bericht
o.t.t.t.
- zal berichten
- zult berichten
- zal berichten
- zullen berichten
- zullen berichten
- zullen berichten
o.v.t.t.
- zou berichten
- zou berichten
- zou berichten
- zouden berichten
- zouden berichten
- zouden berichten
diversen
- bericht!
- bericht!
- bericht
- berichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de berichten
Translation Matrix for berichten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
informera | berichten; iets melden; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen | bewust maken; informeren; inlichten; kennisgeven van; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen; zeggen |
meddela | berichten; iets melden; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen | |
rapportera | berichten; iets melden | beschrijven; mededelen; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; vertellen; zeggen |
reportera | berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
meddelandefunktion | berichten |
Wiktionary Translations for berichten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• berichten | → berätta; rapportera | ↔ berichten — jemanden über etwas informieren |
• berichten | → rapportera | ↔ report — to relate details of |
• berichten | → meddela; delge; överföra; sprida | ↔ communiquer — rendre commun à ; faire part de ; transmettre. |
• berichten | → informera; upplysa | ↔ informer — instruire de quelque chose ; faire savoir quelque chose. |