Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- bijzonderheid:
- bijzonder:
-
Wiktionary:
- bijzonderheid → detalj
- bijzonder → synnerlig, utomordentlig, särskild, egendomlig, märkvärdig, speciell
Dutch
Detailed Translations for bijzonderheid from Dutch to Swedish
bijzonderheid:
-
de bijzonderheid (detail)
Translation Matrix for bijzonderheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
besynnerlighet | bijzonderheid; detail | |
detalj | bijzonderheid; detail | akkefietje; bagatel; bijzaak; kleinigheid |
egenart | bijzonderheid; detail |
Related Words for "bijzonderheid":
Wiktionary Translations for bijzonderheid:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijzonderheid | → detalj | ↔ détail — chacun des parties qui concourent à la composition et à la formation d’un ensemble. |
bijzonder:
-
bijzonder (buitengewoon; uiterst; zeer; uitermate; heel erg; extreem; buitensporig; hogelijk; excessief; ten zeerste; buitengemeen)
-
bijzonder (enig in zijn soort; uniek; onvergelijkbaar; apart; enig; onvergelijkelijk)
-
bijzonder (zonderling; excentriek; vreemd; apart; merkwaardig; typisch; buitenissig; ongewoon; bizar; curieus; eigenaardig)
-
bijzonder (uiterst; extreem; buitengewoon; meest; maximaal; ergst; grootst; hoogst)
Translation Matrix for bijzonder:
Related Words for "bijzonder":
Synonyms for "bijzonder":
Antonyms for "bijzonder":
Related Definitions for "bijzonder":
Wiktionary Translations for bijzonder:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijzonder | → synnerlig; utomordentlig | ↔ extraordinaire — Qui n’est pas selon l’usage ordinaire, selon l’ordre commun, qui est au-dessus de l’ordinaire. |
• bijzonder | → särskild | ↔ particulier — Qui présente une caractéristique spéciale, qui appartenir, proprement et singulièrement, à certaines personnes ou à certaines choses; qui n’est point commun à d’autres personnes, à d’autres choses de même espèce. |
• bijzonder | → synnerlig; utomordentlig | ↔ prodigieux — Qui tenir du prodige, qui est extraordinaire. |
• bijzonder | → egendomlig; märkvärdig; synnerlig; utomordentlig | ↔ singulier — Qui est différent ou particulier, qui ne ressembler pas aux autres. |
• bijzonder | → speciell | ↔ spécial — Qui est exclusivement destiner à quelque chose en particulier; qui a un caractère particulier. |