Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. aan stukken vallen:


Dutch

Detailed Translations for aan stukken vallen from Dutch to Swedish

aan stukken vallen:

aan stukken vallen verb (val aan stukken, valt aan stukken, viel aan stukken, vielen aan stukken, aan stukken gevallen)

  1. aan stukken vallen (stukvallen)
    slå i bitar
    • slå i bitar verb (slår i bitar, slog i bitar, slagit i bitar)

Conjugations for aan stukken vallen:

o.t.t.
  1. val aan stukken
  2. valt aan stukken
  3. valt aan stukken
  4. vallen aan stukken
  5. vallen aan stukken
  6. vallen aan stukken
o.v.t.
  1. viel aan stukken
  2. viel aan stukken
  3. viel aan stukken
  4. vielen aan stukken
  5. vielen aan stukken
  6. vielen aan stukken
v.t.t.
  1. ben aan stukken gevallen
  2. bent aan stukken gevallen
  3. is aan stukken gevallen
  4. zijn aan stukken gevallen
  5. zijn aan stukken gevallen
  6. zijn aan stukken gevallen
v.v.t.
  1. was aan stukken gevallen
  2. was aan stukken gevallen
  3. was aan stukken gevallen
  4. waren aan stukken gevallen
  5. waren aan stukken gevallen
  6. waren aan stukken gevallen
o.t.t.t.
  1. zal aan stukken vallen
  2. zult aan stukken vallen
  3. zal aan stukken vallen
  4. zullen aan stukken vallen
  5. zullen aan stukken vallen
  6. zullen aan stukken vallen
o.v.t.t.
  1. zou aan stukken vallen
  2. zou aan stukken vallen
  3. zou aan stukken vallen
  4. zouden aan stukken vallen
  5. zouden aan stukken vallen
  6. zouden aan stukken vallen
diversen
  1. val aan stukken!
  2. valt aan stukken!
  3. aan stukken gevallen
  4. aan stukken vallende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aan stukken vallen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
slå i bitar aan stukken vallen; stukvallen aan stukken breken; aan stukken slaan; breken; inslaan; kapotgooien; kapotslaan; stukbreken; stukgooien; stukslaan; verbrijzelen

Related Translations for aan stukken vallen