Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. aanmerking maken:


Dutch

Detailed Translations for aanmerking maken from Dutch to Swedish

aanmerking maken:

aanmerking maken verb (maak aanmerking, maakt aanmerking, maakte aanmerking, maakten aanmerking, aanmerking gemaakt)

  1. aanmerking maken
    kommentera
    • kommentera verb (kommenterar, kommenterade, kommenterat)

Conjugations for aanmerking maken:

o.t.t.
  1. maak aanmerking
  2. maakt aanmerking
  3. maakt aanmerking
  4. maken aanmerking
  5. maken aanmerking
  6. maken aanmerking
o.v.t.
  1. maakte aanmerking
  2. maakte aanmerking
  3. maakte aanmerking
  4. maakten aanmerking
  5. maakten aanmerking
  6. maakten aanmerking
v.t.t.
  1. heb aanmerking gemaakt
  2. hebt aanmerking gemaakt
  3. heeft aanmerking gemaakt
  4. hebben aanmerking gemaakt
  5. hebben aanmerking gemaakt
  6. hebben aanmerking gemaakt
v.v.t.
  1. had aanmerking gemaakt
  2. had aanmerking gemaakt
  3. had aanmerking gemaakt
  4. hadden aanmerking gemaakt
  5. hadden aanmerking gemaakt
  6. hadden aanmerking gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal aanmerking maken
  2. zult aanmerking maken
  3. zal aanmerking maken
  4. zullen aanmerking maken
  5. zullen aanmerking maken
  6. zullen aanmerking maken
o.v.t.t.
  1. zou aanmerking maken
  2. zou aanmerking maken
  3. zou aanmerking maken
  4. zouden aanmerking maken
  5. zouden aanmerking maken
  6. zouden aanmerking maken
diversen
  1. maak aanmerking!
  2. maakt aanmerking!
  3. aanmerking gemaakt
  4. aanmerking merkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanmerking maken:

NounRelated TranslationsOther Translations
kommentera aanmerking; bemerking; opmerking; rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave
VerbRelated TranslationsOther Translations
kommentera aanmerking maken annoteren; becommentariëren; bediscussiëren; bepraten; bespreken; commentaar geven; commentariëren; doorpraten; doorspreken; praten over; van commentaar voorzien

Related Translations for aanmerking maken