Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. afkomstig zijn:


Dutch

Detailed Translations for afkomstig zijn from Dutch to Swedish

afkomstig zijn:

afkomstig zijn verb (ben afkomstig, bent afkomstig, is afkomstig, was afkomstig, waren afkomstig, afkomstig geweest)

  1. afkomstig zijn (afstammen; voortkomen; stammen; ontspruiten; spruiten)
    härstamma från; komma ifrån
    • härstamma från verb (härstammar från, härstammade från, härstammat från)
    • komma ifrån verb (kommer ifrån, kom ifrån, kommit ifrån)

Conjugations for afkomstig zijn:

o.t.t.
  1. ben afkomstig
  2. bent afkomstig
  3. is afkomstig
  4. zijn afkomstig
  5. zijn afkomstig
  6. zijn afkomstig
o.v.t.
  1. was afkomstig
  2. was afkomstig
  3. was afkomstig
  4. waren afkomstig
  5. waren afkomstig
  6. waren afkomstig
v.t.t.
  1. ben afkomstig geweest
  2. bent afkomstig geweest
  3. is afkomstig geweest
  4. zijn afkomstig geweest
  5. zijn afkomstig geweest
  6. zijn afkomstig geweest
v.v.t.
  1. was afkomstig geweest
  2. was afkomstig geweest
  3. was afkomstig geweest
  4. waren afkomstig geweest
  5. waren afkomstig geweest
  6. waren afkomstig geweest
o.t.t.t.
  1. zal afkomstig zijn
  2. zult afkomstig zijn
  3. zal afkomstig zijn
  4. zullen afkomstig zijn
  5. zullen afkomstig zijn
  6. zullen afkomstig zijn
o.v.t.t.
  1. zou afkomstig zijn
  2. zou afkomstig zijn
  3. zou afkomstig zijn
  4. zouden afkomstig zijn
  5. zouden afkomstig zijn
  6. zouden afkomstig zijn
diversen
  1. ben afkomstig!
  2. bent afkomstig!
  3. afkomstig geweest
  4. afkomstig zijnde
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afkomstig zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
härstamma från afkomstig zijn; afstammen; ontspruiten; spruiten; stammen; voortkomen ontspringen; ontspruiten; ontstaan uit; uitbotten; uitkomen; uitlopen; voortkomen uit
komma ifrån afkomstig zijn; afstammen; ontspruiten; spruiten; stammen; voortkomen afraken van; dalen

Related Translations for afkomstig zijn