Dutch
Detailed Translations for afscheiding from Dutch to Swedish
afscheiding:
-
de afscheiding (geloofsafscheiding; schisma; scheuring)
-
de afscheiding (isolering; afzondering)
-
de afscheiding (hek; hekwerk)
-
de afscheiding (tussenschot; beschot; tussenmuur; schot)
-
de afscheiding (wondvocht)
-
de afscheiding (afsplitsing)
Translation Matrix for afscheiding:
External Machine Translations: