Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. amusement:


Dutch

Detailed Translations for amusement from Dutch to Swedish

amusement:

amusement [het ~] noun

  1. het amusement (vertier; vermaak; verstrooiing; vermakelijkheid)

Translation Matrix for amusement:

NounRelated TranslationsOther Translations
förströelse amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier afleiding; afleidingsmanoeuvre; distractie
underhållning amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier entertainment

Related Words for "amusement":

  • amusementen