Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bemoedigend:
  2. bemoedigen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bemoedigend from Dutch to Swedish

bemoedigend:


bemoedigen:

bemoedigen verb (bemoedig, bemoedigt, bemoedigde, bemoedigden, bemoedigd)

  1. bemoedigen (opbeuren)
    uppmuntra
    • uppmuntra verb (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)
  2. bemoedigen (troosten; ondersteunen; vertroosten; opbeuren)
    trösta; lugna
    • trösta verb (tröstar, tröstade, tröstat)
    • lugna verb (lugnar, lugnade, lugnat)
  3. bemoedigen (aanmoedigen; aanvuren; toemoedigen; stimuleren)
    uppmuntra; främja; stimulera; ingiva mod
    • uppmuntra verb (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)
    • främja verb (främjar, främjade, främjat)
    • stimulera verb (stimulerar, stimulerade, stimulerat)
    • ingiva mod verb (ingiver mod, ingav mod, ingivit mod)

Conjugations for bemoedigen:

o.t.t.
  1. bemoedig
  2. bemoedigt
  3. bemoedigt
  4. bemoedigen
  5. bemoedigen
  6. bemoedigen
o.v.t.
  1. bemoedigde
  2. bemoedigde
  3. bemoedigde
  4. bemoedigden
  5. bemoedigden
  6. bemoedigden
v.t.t.
  1. heb bemoedigd
  2. hebt bemoedigd
  3. heeft bemoedigd
  4. hebben bemoedigd
  5. hebben bemoedigd
  6. hebben bemoedigd
v.v.t.
  1. had bemoedigd
  2. had bemoedigd
  3. had bemoedigd
  4. hadden bemoedigd
  5. hadden bemoedigd
  6. hadden bemoedigd
o.t.t.t.
  1. zal bemoedigen
  2. zult bemoedigen
  3. zal bemoedigen
  4. zullen bemoedigen
  5. zullen bemoedigen
  6. zullen bemoedigen
o.v.t.t.
  1. zou bemoedigen
  2. zou bemoedigen
  3. zou bemoedigen
  4. zouden bemoedigen
  5. zouden bemoedigen
  6. zouden bemoedigen
diversen
  1. bemoedig!
  2. bemoedigt!
  3. bemoedigd
  4. bemoedigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bemoedigen:

NounRelated TranslationsOther Translations
stimulera bemoedigingen
trösta soelaas
uppmuntra bemoedigingen
VerbRelated TranslationsOther Translations
främja aanmoedigen; aanvuren; bemoedigen; stimuleren; toemoedigen
ingiva mod aanmoedigen; aanvuren; bemoedigen; stimuleren; toemoedigen
lugna bemoedigen; ondersteunen; opbeuren; troosten; vertroosten bedaren; doodzwijgen; geruststellen; kalmeren; opluchten; sussen; tot kalmte manen; volkomen negeren
stimulera aanmoedigen; aanvuren; bemoedigen; stimuleren; toemoedigen aanmoedigen; aansporen; aanzetten; activeren; animeren; bejubelen; bezielen; iemand motiveren; oppeppen; opwekken; prikkelen; stimuleren; toejuichen; vooruitschoppen
trösta bemoedigen; ondersteunen; opbeuren; troosten; vertroosten
uppmuntra aanmoedigen; aanvuren; bemoedigen; opbeuren; stimuleren; toemoedigen aanmoedigen; aanvuren; aanzetten tot; bejubelen; bezielen; blij maken; geruststellen; iemand begunstigen; instigeren; moed inspreken; motiveren; opfleuren; opmonteren; provoceren; toejuichen; verkwikken; voorschuiven; voortrekken; vrolijker worden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
uppmuntra opgekikkerd; opgeknapt

Wiktionary Translations for bemoedigen:


Cross Translation:
FromToVia
bemoedigen uppmuntra encourage — mentally support or motivate