Dutch
Detailed Translations for bijleren from Dutch to Swedish
bijleren:
-
bijleren
Translation Matrix for bijleren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
lära | leerstelsel; leersysteem | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
lära | bijleren | aanleren; africhten; bijbrengen; dier africhten; dresseren; eigen maken; horen; iets leren; kennis opdoen; leren; lesgeven; meekrijgen; meepikken; onderwijzen; ontdekken; oppikken; opsteken; te horen krijgen; trainen; vernemen; verwerven; vinden |
underrätta | bijleren |