Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. canard:


Dutch

Detailed Translations for canard from Dutch to Swedish

canard:

canard [de ~ (m)] noun

  1. de canard (eend)
    anka; and
  2. de canard (kwinkslag; grap; grol; scherts)

Translation Matrix for canard:

NounRelated TranslationsOther Translations
and canard; eend
anka canard; eend
skämt canard; grap; grol; kwinkslag; scherts aardigheid; bak; beurt; farce; gein; geintje; gekheid; grap; grapje; grapjes; grappenmakerij; kluchten; lol; lolletje; lolletjes; mop; moppen; plezier; pretje; rondje; scherts; schertsen; schertsvertoning; spelletje
slagfärdig replik canard; grap; grol; kwinkslag; scherts

Related Words for "canard":

  • canards