Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- conserven:
- conserveren:
-
Wiktionary:
- conserveren → lägga in, konservera, behålla, förvara
Dutch
Detailed Translations for conserven from Dutch to Swedish
conserven:
-
de conserven
-
de conserven
Translation Matrix for conserven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
burkmat | conserven | |
kompott | conserven | compote |
konserverad mat | conserven | geconserveerd voedsel; inmaak |
sylt | conserven | jam; konfijt; marmelade; vruchtengelei |
conserveren:
-
conserveren (bewaren; behouden)
-
conserveren (inleggen)
-
conserveren (instandhouden)
Conjugations for conserveren:
o.t.t.
- conserveer
- conserveert
- conserveert
- conserveren
- conserveren
- conserveren
o.v.t.
- conserveerde
- conserveerde
- conserveerde
- conserveerden
- conserveerden
- conserveerden
v.t.t.
- heb geconserveerd
- hebt geconserveerd
- heeft geconserveerd
- hebben geconserveerd
- hebben geconserveerd
- hebben geconserveerd
v.v.t.
- had geconserveerd
- had geconserveerd
- had geconserveerd
- hadden geconserveerd
- hadden geconserveerd
- hadden geconserveerd
o.t.t.t.
- zal conserven
- zult conserven
- zal conserven
- zullen conserven
- zullen conserven
- zullen conserven
o.v.t.t.
- zou conserven
- zou conserven
- zou conserven
- zouden conserven
- zouden conserven
- zouden conserven
en verder
- is geconserveerd
- zijn geconserveerd
diversen
- conserveer!
- conserveert!
- geconserveerd
- conserverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for conserveren:
Related Definitions for "conserveren":
Wiktionary Translations for conserveren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• conserveren | → lägga in; konservera | ↔ can — to preserve |
• conserveren | → behålla; förvara; konservera | ↔ conserver — maintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir. |
• conserveren | → behålla; förvara; konservera | ↔ maintenir — tenir ferme et fixe. |