Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. dwangbevel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dwangbevel from Dutch to Swedish

dwangbevel:

dwangbevel [het ~] noun

  1. het dwangbevel (opdracht; order; taak; consigne; bevelschrift)
    order; instruktion; befallning; uppgift; anvisning; vink; stickreplik

Translation Matrix for dwangbevel:

NounRelated TranslationsOther Translations
anvisning bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; instructie; voorschrift
befallning bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak bevel; commando; dagingen; dagvaardingen; dienstorder; dienstorders; oppperbevel; order
instruktion bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; actie; briefing; consigne; directie; instructie; lastgeving; mandaat; opdracht; uitleg; voorschrift
order bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak bestelling; bestellingen; bezorging; commissies; consigne; dienstorder; dienstorders; lastgeving; mandaat; opdracht; order; overhandiging
stickreplik bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak
uppgift bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak arbeid; job; karwei; karweitje; klusje; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; taak; vraagstuk; zwaarte
vink bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak gebaar; geste; wijzer

Related Words for "dwangbevel":

  • dwangbevelen

Wiktionary Translations for dwangbevel:


Cross Translation:
FromToVia
dwangbevel skrivelse writ — A written order