Dutch
Detailed Translations for flapuit from Dutch to Swedish
flapuit:
-
de flapuit
-
flapuit (kletserig; praatziek; spraakzaam; praatgraag; indiscreet; mededeelzaam; babbelziek; loslippig; kletsgraag; babbelachtig)
Translation Matrix for flapuit:
Noun | Related Translations | Other Translations |
pratmakare | flapuit | babbelaarsters; kletstantes |
pratsam | prietpraat | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
pratsam | babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam | babbelziek; loslippig |
pratsamt | babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam | babbelziek; loslippig |
snackigt | babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam |