Summary
Dutch
Detailed Translations for flauw from Dutch to Swedish
flauw:
-
flauw (wazig; onduidelijk; vaag; mistig; vagelijk; nevelachtig; onhelder)
-
flauw (melig)
-
flauw (flets; verschoten; bleek)
-
flauw (zonder zout; laf; zoutloos)
-
flauw (flauwtjes; zwak; zwakjes)
-
flauw (zonder smaak; smakeloos)
Translation Matrix for flauw:
Related Words for "flauw":
Antonyms for "flauw":
Related Definitions for "flauw":
External Machine Translations: