Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. front:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for front from Dutch to Swedish

front:

front [het ~] noun

  1. het front (pui; voorgevel; façade; voorkant; gevel)
  2. het front (vuurlijn; frontlijn; gevechtslinie)
    front; stridslinje
  3. het front (voorzijde; voorkant; aangezicht)
    framsida
  4. het front (gevelbreedte)
    framsidesyta; fasad; framsida; front
  5. het front (vooraanzicht; façade; voorkant)

Translation Matrix for front:

NounRelated TranslationsOther Translations
fasad façade; front; gevel; gevelbreedte; pui; voorgevel; voorkant dekmantel; façade; fineer; gevel; masker; pui; schijn; voorgevel; voorkomen; voorzijde
framsida aangezicht; front; gevelbreedte; voorkant; voorzijde vooraanzicht; voorkanten
framsidan av huset façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant
framsidesyta front; gevelbreedte
framsikt façade; front; vooraanzicht; voorkant
front front; frontlijn; gevechtslinie; gevelbreedte; vuurlijn gevel; pui; vooreind; vooreinde; voorgevel; voorste gedeelte; voorzijde
stridslinje front; frontlijn; gevechtslinie; vuurlijn

Related Words for "front":

  • fronten

Wiktionary Translations for front:


Cross Translation:
FromToVia
front bulvan front — public face of covert organisation
front front front — meteorology: interface between airmasses
front front front — military: area or line of conflict
front panna front — À trier

Related Translations for front