Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. grasduinen:


Dutch

Detailed Translations for grasduinen from Dutch to Swedish

grasduinen:

grasduinen verb (grasduin, grasduint, grasduinde, grasduinden, gegrasduind)

  1. grasduinen
    betaga; gå runt och titta

Conjugations for grasduinen:

o.t.t.
  1. grasduin
  2. grasduint
  3. grasduint
  4. grasduinen
  5. grasduinen
  6. grasduinen
o.v.t.
  1. grasduinde
  2. grasduinde
  3. grasduinde
  4. grasduinden
  5. grasduinden
  6. grasduinden
v.t.t.
  1. heb gegrasduind
  2. hebt gegrasduind
  3. heeft gegrasduind
  4. hebben gegrasduind
  5. hebben gegrasduind
  6. hebben gegrasduind
v.v.t.
  1. had gegrasduind
  2. had gegrasduind
  3. had gegrasduind
  4. hadden gegrasduind
  5. hadden gegrasduind
  6. hadden gegrasduind
o.t.t.t.
  1. zal grasduinen
  2. zult grasduinen
  3. zal grasduinen
  4. zullen grasduinen
  5. zullen grasduinen
  6. zullen grasduinen
o.v.t.t.
  1. zou grasduinen
  2. zou grasduinen
  3. zou grasduinen
  4. zouden grasduinen
  5. zouden grasduinen
  6. zouden grasduinen
diversen
  1. grasduin!
  2. grasduint!
  3. gegrasduind
  4. grasduinend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for grasduinen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
betaga grasduinen afgrazen; graseten; grazen; ontvellen; snuffelen; stropen; weiden
gå runt och titta grasduinen