Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- inspanning:
-
Wiktionary:
- inspanning → ansträngning, insats
- inspanning → insats, ansträngning, sträva, kostnad, utgift, bemödande, möda, omak
Dutch
Detailed Translations for inspanning from Dutch to Swedish
inspanning:
Translation Matrix for inspanning:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ansträngning | inspanning; last; moeite; poging; soesa | verrekking; zware inspanning |
arbete | ambacht; arbeid; bezigheid; inspanning; taak; vak; werk; werkzaamheid | activiteit; ambt; arbeid; baan; baantje; bedrijvigheid; beroep; bezigheid; dienstbetrekking; functie; job; karwei; positie; professie; vak; werk; werkgelegenheid; werkkring; werkplek; werkzaamheid |
försök | inspanning; poging | krachtsinspanningen; probeersel; proberen; trachten |
jobb | ambacht; arbeid; bezigheid; inspanning; taak; vak; werk; werkzaamheid | aanstelling; aanvraag; ambt; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; benoeming; beroep; betrekking; contract; dienstbetrekking; functie; installatie; job; karwei; karweitje; klusje; positie; professie; taak |
spänning | inspanning; last; moeite; soesa | concentratie; gespannenheid; ingespannenheid |
Wiktionary Translations for inspanning:
inspanning
Cross Translation:
noun
-
de fysieke moeite die men voor iets doet
- inspanning → ansträngning; insats
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inspanning | → insats; ansträngning | ↔ effort — the amount of work involved in achieving something |
• inspanning | → sträva | ↔ endeavor — a sincere attempt |
• inspanning | → ansträngning | ↔ Aufwand — die benötigen Energie oder Arbeit, um eine Handlung durchführen oder etwas herstellen |
• inspanning | → kostnad; utgift | ↔ Aufwand — Mittel, die angewendet worden sind |
• inspanning | → bemödande | ↔ Bemühung — zumeist im Plural: Mühen und Anstrengungen, die auf sich genommen werden, um ein bestimmtes Ziel zu erreichen |
• inspanning | → möda; omak; bemödande | ↔ effort — action de s’efforcer. |