Summary
Dutch
Detailed Translations for katten from Dutch to Swedish
katten:
-
katten (kritiseren; afkraken; kraken)
Conjugations for katten:
o.t.t.
- kat
- kat
- kat
- katten
- katten
- katten
o.v.t.
- katte
- katte
- katte
- katten
- katten
- katten
v.t.t.
- heb gekat
- hebt gekat
- heeft gekat
- hebben gekat
- hebben gekat
- hebben gekat
v.v.t.
- had gekat
- had gekat
- had gekat
- hadden gekat
- hadden gekat
- hadden gekat
o.t.t.t.
- zal katten
- zult katten
- zal katten
- zullen katten
- zullen katten
- zullen katten
o.v.t.t.
- zou katten
- zou katten
- zou katten
- zouden katten
- zouden katten
- zouden katten
diversen
- kat!
- kat!
- gekat
- kattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for katten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
kritisera | afkraken; katten; kraken; kritiseren | bekritiseren; beoordelen; een klacht indienen; goed- of afkeuren; hekelen; klagen; recenseren; zijn beklag indienen |
Related Words for "katten":
kat:
-
de kat
-
de kat (huiskat)
– klein huisdier dat miauwt 1
Translation Matrix for kat:
Noun | Related Translations | Other Translations |
katt | huiskat; kat | poes |
- | poes |
Related Words for "kat":
Synonyms for "kat":
Related Definitions for "kat":
Wiktionary Translations for kat:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kat | → katt | ↔ cat — domestic species |
• kat | → kattdjur | ↔ cat — member of the family Felidae |
• kat | → katt | ↔ Katze — dem Menschen verbundenes, anschmiegsames Haustier (Felis silvestris catus), in zahlreichen Rassen gezüchtet |
• kat | → katt | ↔ chat — Chat domestique |
• kat | → kattdjur | ↔ chat — Félin |