Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. knusheid:
  2. knus:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for knusheid from Dutch to Swedish

knusheid:


knusheid form of knus:


Translation Matrix for knus:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- gezellig; prettig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
behaglig aangenaam; behaaglijk; knus aangenaam; behaaglijk; draagbaar; fijn; gerieflijk; goedzittend; jofel; lekker; poeslief; prettig; senang
bekvämt aangenaam; behaaglijk; knus aangenaam; behaaglijk; comfortabel; draagbaar; familiair; gemakkelijk; gemakzuchtig; geriefelijk; gerieflijk; goedzittend; makkelijk in de omgang; senang; te dragen
mysigt gezellig; huiselijk; knus; knusjes sfeervol
trevlig gezellig; huiselijk; knus; knusjes aangenaam; behaaglijk; betoverend; bijzonder aangenaam; comfortabel; fijn; gemakkelijk; geriefelijk; heugelijk; heuglijk; lekker; leuk; luisterrijk; magnifiek; menswaardig; plezant; plezierig; prachtig; prettig; schitterend; verblijdend

Related Words for "knus":


Synonyms for "knus":


Related Definitions for "knus":

  1. wat een aangename sfeer heeft1
    • ze heeft van die knusse gordijntjes1

Wiktionary Translations for knus:


Cross Translation:
FromToVia
knus mysig cosy — affording comfort and warmth
knus mysig cozy — affording comfort and warmth
knus intim; såt intimeprofondément intérieur, en parlant surtout de ce qui fait l’essence réelle d’une chose.