Summary


Dutch

Detailed Translations for koppels from Dutch to Swedish

koppels:

koppels [de ~] noun, plural

  1. de koppels (spannen)
    ok
    • ok [-ett] noun

Translation Matrix for koppels:

NounRelated TranslationsOther Translations
ok koppels; spannen juk

Related Words for "koppels":


koppels form of koppel:


Translation Matrix for koppel:

NounRelated TranslationsOther Translations
ett lika par groep van twee of meer; koppel; span; stel
grupp av två eller mer groep van twee of meer; koppel; span; stel
par koppel; paar; stel; stelletje; twee stuks; tweetal twee personen; tweetal
par för livet koppel; levenspaar; paar
två som hör ihop koppel; paar; stel; stelletje
två stycken koppel; paar; twee stuks; tweetal

Related Words for "koppel":


Wiktionary Translations for koppel:


Cross Translation:
FromToVia
koppel par couple — two partners
koppel par couple — two of the same kind considered together
koppel duo duo — twosome, especially musicians
koppel par pair — two similar or identical things
koppel vridmoment; kraftmoment torque — a rotational or twisting force
koppel duo; par pairedeux choses de même espèce, qui aller nécessairement ou ordinairement ensemble.