Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. munt uitslaan:


Dutch

Detailed Translations for munt uitslaan from Dutch to Swedish

munt uitslaan:

munt uitslaan verb (sla munt uit, slaat munt uit, sloeg munt uit, sloegen munt uit, munt geslagen uit)

  1. munt uitslaan
    utnyttja; exploatera
    • utnyttja verb (utnyttjar, utnyttjade, utnyttjat)
    • exploatera verb (exploaterar, exploaterade, exploaterat)

Conjugations for munt uitslaan:

o.t.t.
  1. sla munt uit
  2. slaat munt uit
  3. slaat munt uit
  4. slaan munt uit
  5. slaan munt uit
  6. slaan munt uit
o.v.t.
  1. sloeg munt uit
  2. sloeg munt uit
  3. sloeg munt uit
  4. sloegen munt uit
  5. sloegen munt uit
  6. sloegen munt uit
v.t.t.
  1. heb munt geslagen uit
  2. hebt munt geslagen uit
  3. heeft munt geslagen uit
  4. hebben munt geslagen uit
  5. hebben munt geslagen uit
  6. hebben munt geslagen uit
v.v.t.
  1. had munt geslagen uit
  2. had munt geslagen uit
  3. had munt geslagen uit
  4. hadden munt geslagen uit
  5. hadden munt geslagen uit
  6. hadden munt geslagen uit
o.t.t.t.
  1. zal munt uitslaan
  2. zult munt uitslaan
  3. zal munt uitslaan
  4. zullen munt uitslaan
  5. zullen munt uitslaan
  6. zullen munt uitslaan
o.v.t.t.
  1. zou munt uitslaan
  2. zou munt uitslaan
  3. zou munt uitslaan
  4. zouden munt uitslaan
  5. zouden munt uitslaan
  6. zouden munt uitslaan
diversen
  1. sla munt uit!
  2. slaat munt uit!
  3. munt geslagen uit
  4. munt slaand uit
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for munt uitslaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
exploatera munt uitslaan exploiteren; uitbuiten
utnyttja munt uitslaan beroven; ontdoen; profiteren; speculeren met krediet; uitbuiten; voordeel trekken

Related Translations for munt uitslaan