Dutch
Detailed Translations for nabouwen from Dutch to Swedish
nabouwen:
Translation Matrix for nabouwen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
eka | echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen | echoën; galmen; resoneren; schallen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen |
säga efter | echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen | |
upprepa | echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen | declameren; herhalen; hoogdravend praten; navertellen; oreren |