Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. onpasselijkheid:
  2. onpasselijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onpasselijkheid from Dutch to Swedish

onpasselijkheid:

onpasselijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de onpasselijkheid (misselijkheid; ongesteldheid)
    sjukdom

Translation Matrix for onpasselijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
sjukdom misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid aandoening; kwaal; lichamelijke aandoening; ongemak; slepende ziekte; stoornis; ziekte

Related Words for "onpasselijkheid":


Wiktionary Translations for onpasselijkheid:


Cross Translation:
FromToVia
onpasselijkheid kväljning haut-le-cœur — Forte convulsion de l’estomac

onpasselijk:

onpasselijk adj

  1. onpasselijk (misselijk; naar; onwel)

Translation Matrix for onpasselijk:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
sjukligt misselijk; naar; onpasselijk; onwel ongezond; ziekjes
äcklande misselijk; naar; onpasselijk; onwel
äcklandet misselijk; naar; onpasselijk; onwel

Related Words for "onpasselijk":