Summary
Dutch
Detailed Translations for overvloeden from Dutch to Swedish
overvloeden:
-
de overvloeden
överflödigt-
överflödigt noun
-
Translation Matrix for overvloeden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
överflödigt | overvloeden | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
överflödigt | boventallig; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; extravagant; nodeloos; onnodig; overbodig; overcompleet; overdadig; overdreven; overtollig |
Related Words for "overvloeden":
overvloed:
-
de overvloed (luxe; weelderigheid; pracht; weelde)
-
de overvloed (exces; buitensporigheid; overdaad)
-
de overvloed (grote hoeveelheid; massa; berg; hoop)
Translation Matrix for overvloed:
Noun | Related Translations | Other Translations |
en stor del | berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed | |
lyx | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | luxeartikel; weeldeartikel |
massor | berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed | menigten; menigtes; zwermen |
mycket | berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed | boel; heleboel; hoop |
prakt | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | glans; glorie; luister; praal; pracht; pronk |
rikedom | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | rijkdom; rijkheid; talrijkheid; veelheid |
överdåd | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | overdaden |
överflod | buitensporigheid; exces; overdaad; overvloed | |
överflöd | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | overdaden; overvloedigheid; rijkelijkheid; talrijkheid; veelheid |
Other | Related Translations | Other Translations |
mycket | ver; veraf; verafgelegen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
massor | talrijk | |
mycket | behoorlijk; behoorlijke; erg; in hoge mate |
Related Words for "overvloed":
Wiktionary Translations for overvloed:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overvloed | → överflöd | ↔ abundance — ample sufficiency |
• overvloed | → riklighet | ↔ plenty — An more than adequate amount |
• overvloed | → överflod; ymnighet; rikedom | ↔ abondance — Grande quantité |
• overvloed | → rikedom; överflöd | ↔ opulence — abondance de biens, richesse dont on faire étalage. |
External Machine Translations: