Summary
Dutch
Detailed Translations for publiceren from Dutch to Swedish
publiceren:
-
publiceren (uitbrengen; openbaren)
-
publiceren
Conjugations for publiceren:
o.t.t.
- publiceer
- publiceert
- publiceert
- publiceren
- publiceren
- publiceren
o.v.t.
- publiceerde
- publiceerde
- publiceerde
- publiceerden
- publiceerden
- publiceerden
v.t.t.
- heb gepubliceerd
- hebt gepubliceerd
- heeft gepubliceerd
- hebben gepubliceerd
- hebben gepubliceerd
- hebben gepubliceerd
v.v.t.
- had gepubliceerd
- had gepubliceerd
- had gepubliceerd
- hadden gepubliceerd
- hadden gepubliceerd
- hadden gepubliceerd
o.t.t.t.
- zal publiceren
- zult publiceren
- zal publiceren
- zullen publiceren
- zullen publiceren
- zullen publiceren
o.v.t.t.
- zou publiceren
- zou publiceren
- zou publiceren
- zouden publiceren
- zouden publiceren
- zouden publiceren
en verder
- is gepubliceerd
- zijn gepubliceerd
diversen
- publiceer!
- publiceert!
- gepubliceerd
- publicerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for publiceren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
publisera | publiceren; uitgeven | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
förlägga | openbaren; publiceren; uitbrengen | plaatsen; posten; posteren; stationeren; uitbrengen; uitgeven |
ge ut | openbaren; publiceren; uitbrengen | iets uitgeven |
publicera | openbaren; publiceren; uitbrengen | openen; openstellen; toegankelijk maken; uitbrengen; uitgeven; vrijgeven |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
publicera | publiceren |
Related Definitions for "publiceren":
Wiktionary Translations for publiceren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• publiceren | → offentliggöra | ↔ publish — to issue something (usually printed work) for sale and distribution |
• publiceren | → offentliggöra; publicera; anmäla; annonsera; bebåda; meddela | ↔ publier — rendre public et notoire. |