Noun | Related Translations | Other Translations |
bråte
|
bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje
|
|
förvirring
|
chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje
|
luidruchtigheid; onthutsing; perplexheid; troebelheid; verdwaasdheid; versteldheid; verwardheid; verwarring
|
kaos
|
chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje
|
wanorde; wanordelijkheid; zooitje
|
oreda
|
chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje
|
bocht; geharrewar; mengvoer; rotzooi; slordigheid; smerig spul; troep; verwardheid; verwarring; wanorde; wanordelijkheid; zooitje
|
röra
|
bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje
|
afdankertjes; allegaartje; bende; berg; bocht; geflikflooi; geklieder; gemier; gerotzooi; gezeur; hoop; hutspot; kliederboel; kliederen; knoeierij; mengelmoes; mengvoer; mikmak; opeenhoping; rotzooi; samenraapsel; smerig spul; troep
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
röra
|
|
aangaan; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanstoken; belang inboezemen; beroeren; betreffen; bewegen; even aanraken; gaan; mixen; ontroeren; oppoken; opstoken; raken; roeren; rondroeren; slaan op; toucheren; treffen; verroeren; voelen; zich begeven; zich bewegen; zich verplaatsen; zitten aan; zorg inboezemen
|