Summary


Dutch

Detailed Translations for schim from Dutch to Swedish

schim:

schim [de ~] noun

  1. de schim (geestverschijning; geest; verschijning; spookverschijning; spook)
  2. de schim (gedaante)
    skugga; spöke

Translation Matrix for schim:

NounRelated TranslationsOther Translations
skugga gedaante; schim lommer; schaduw; slagschaduw
spöke gedaante; geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning boeman; fantoom; hersenschim; schrikbeeld; spook; spookbeeld; spookgestalte; spookverschijning
spöklik uppenbarelse geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning
VerbRelated TranslationsOther Translations
skugga beschaduwen; schaduwen

Related Words for "schim":


Wiktionary Translations for schim:


Cross Translation:
FromToVia
schim spöke; spökbild; fantom; vålnad; ande; gast; själ; draug; skugga; dubbelgångare; gengångare; hamn ghost — spirit appearing after death
schim skugga ombreobscurité relatif que cause un corps opaque en intercepter la lumière.