Summary
Dutch
Detailed Translations for schittering from Dutch to Swedish
schittering:
-
de schittering (flikkering; schijn; flakkering; geflikker)
-
de schittering (fonkeling; sprankelen; fonkelen; glitter)
Translation Matrix for schittering:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fladdring | flakkering; flikkering; geflikker; schijn; schittering | |
fläktning | flakkering; flikkering; geflikker; schijn; schittering | |
glans | fonkelen; fonkeling; glitter; schittering; sprankelen | glans; glanslaag; glanzen; glimmen; glimp; gloed; glorie; licht verspreiden; luister; schijnen; schitteren; vleugje |
glitter | fonkelen; fonkeling; glitter; schittering; sprankelen | blinken; flonkering; glans; luister; schitteren |
lyster | fonkelen; fonkeling; glitter; schittering; sprankelen | |
svimning | flakkering; flikkering; geflikker; schijn; schittering | bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm |