Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- sluitingen:
- sluiting:
-
Wiktionary:
- sluiting → avslutning, avrundning, sigill, schackel
Dutch
Detailed Translations for sluitingen from Dutch to Swedish
sluitingen:
-
de sluitingen
förslutare-
förslutare noun
-
Translation Matrix for sluitingen:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| förslutare | sluitingen |
Related Words for "sluitingen":
sluiting:
-
de sluiting (beëindiging; einde; slot)
-
de sluiting (dichtmaken; afsluiting; het afsluiten)
-
de sluiting (ritssluiting; rits)
Translation Matrix for sluiting:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| avslutande | beëindiging; einde; slot; sluiting | afmaken; afwerken |
| avslutning | beëindiging; einde; slot; sluiting | afdoening; afhandeling; completering; conclusie; eindsom; gevolgtrekking; slotsom; staartstuk; stuit; voltooiing |
| blixtlås | rits; ritssluiting; sluiting | gulp |
| slut | beëindiging; einde; slot; sluiting | conclusie; einde; eindsom; end; finale; gevolgtrekking; slotsom; staarteinde; staartstuk; stuit |
| stängande | afsluiting; dichtmaken; het afsluiten; sluiting | dichtdoen; dichtdraaien |
| Modifier | Related Translations | Other Translations |
| avslutande | afsluitend; concluderend; ter afsluiting | |
| slut | afgemat; beu; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; hondsmoe; op; uitgeput |