Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. sport uitoefenen:


Dutch

Detailed Translations for sport uitoefenen from Dutch to Swedish

sport uitoefenen:

sport uitoefenen verb

  1. sport uitoefenen (praktiseren)
    praktisera; använda; tillämpa
    • praktisera verb (praktiserar, praktiserade, praktiserat)
    • använda verb (använder, använde, använt)
    • tillämpa verb (tillämpar, tillämpade, tillämpat)

Translation Matrix for sport uitoefenen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
använda praktiseren; sport uitoefenen aangrijpen; aanwenden; benutten; bezigen; doorjagen; gebruik maken van; gebruiken; gelden; hanteren; inspannen; moeite geven; omleggen; opmaken; profiteren; solliciteren; toepassen; utiliseren; van kracht zijn; verbruiken
praktisera praktiseren; sport uitoefenen beoefenen; instuderen; leren; uitoefenen
tillämpa praktiseren; sport uitoefenen

Related Translations for sport uitoefenen