Summary
Dutch
Detailed Translations for stelen from Dutch to Swedish
stelen:
-
stelen (ontvreemden; jatten; pikken; verdonkeremanen; gappen; wegpikken; inpikken; wegkapen; vervreemden; achteroverdrukken)
-
stelen (pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen)
-
stelen (pikken; verduisteren; wegpikken; jatten; ontvreemden; verdonkeremanen; vervreemden; inpikken; wegkapen; gappen; achterhouden; achteroverdrukken; wegfutselen)
-
stelen (snaaien; gappen; wegpikken; weggraaien)
Conjugations for stelen:
o.t.t.
- steel
- steelt
- steelt
- stelen
- stelen
- stelen
o.v.t.
- stal
- stal
- stal
- stalen
- stalen
- stalen
v.t.t.
- heb gestolen
- hebt gestolen
- heeft gestolen
- hebben gestolen
- hebben gestolen
- hebben gestolen
v.v.t.
- had gestolen
- had gestolen
- had gestolen
- hadden gestolen
- hadden gestolen
- hadden gestolen
o.t.t.t.
- zal stelen
- zult stelen
- zal stelen
- zullen stelen
- zullen stelen
- zullen stelen
o.v.t.t.
- zou stelen
- zou stelen
- zou stelen
- zouden stelen
- zouden stelen
- zouden stelen
en verder
- ben gestolen
- bent gestolen
- is gestolen
- zijn gestolen
- zijn gestolen
- zijn gestolen
diversen
- steel!
- steelt!
- gestolen
- stelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stelen:
Related Words for "stelen":
Synonyms for "stelen":
Related Definitions for "stelen":
Wiktionary Translations for stelen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stelen | → snatta | ↔ lift — to steal |
• stelen | → stjäla; sno; knycka | ↔ steal — to illegally take possession of |
• stelen | → sno; snatta; knycka | ↔ klauen — (transitiv) umgangssprachlich: etwas entwenden, stehlen |
• stelen | → stjäla | ↔ stehlen — etwas stehlen: etwas aus dem Besitz eines anderen ohne dessen Einverständnis wegnehmen; einen Diebstahl begehen |
• stelen | → skinna; upptäcka | ↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens |
• stelen | → stjäla; sno; knycka | ↔ dérober — Enlever, voler en cachette. (Sens général). |
• stelen | → stjäla; sno | ↔ voler — s’approprier le bien d’autrui. prendre quelque chose à quelqu’un sans son accord, dérober. |
stelen form of stel:
-
het stel (groep van twee of meer; koppel; span)
-
het stel (opeenhoping; verzameling; accumulatie; sortering; massa; selectie; ophoping)
-
het stel (stelletje; paar; koppel)
Translation Matrix for stel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ansamling | accumulatie; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; stel; verzameling | accumulatie; agglomeratie; cumulatie; cumuleren; hoop; opeenhopen; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapelen; stapel |
ett lika par | groep van twee of meer; koppel; span; stel | |
grupp av två eller mer | groep van twee of meer; koppel; span; stel | |
par | koppel; paar; stel; stelletje | koppel; paar; twee personen; twee stuks; tweetal |
två som hör ihop | koppel; paar; stel; stelletje | |
- | paar |