Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. stuw:
  2. stuwen:


Dutch

Detailed Translations for stuw from Dutch to Swedish

stuw:

stuw [de ~ (m)] noun

  1. de stuw (keerdam; stuwdam; waterkering; dam)
    fördämning; damm

Translation Matrix for stuw:

NounRelated TranslationsOther Translations
damm dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering afsluitdijk; dam; dijk; meer; plas; poel; reservoir; rijsdam; stof; stofdeeltjes; vergaarbak; vijver; zoetwatermeer
fördämning dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering dam; dijk; zandlichaam

Related Words for "stuw":


stuwen:

stuwen verb (stuw, stuwt, stuwde, stuwden, gestuwd)

  1. stuwen (voortstuwen; vooruitduwen)
    framdriva
    • framdriva verb (framdriver, framdrev, framdrivit)

Conjugations for stuwen:

o.t.t.
  1. stuw
  2. stuwt
  3. stuwt
  4. stuwen
  5. stuwen
  6. stuwen
o.v.t.
  1. stuwde
  2. stuwde
  3. stuwde
  4. stuwden
  5. stuwden
  6. stuwden
v.t.t.
  1. heb gestuwd
  2. hebt gestuwd
  3. heeft gestuwd
  4. hebben gestuwd
  5. hebben gestuwd
  6. hebben gestuwd
v.v.t.
  1. had gestuwd
  2. had gestuwd
  3. had gestuwd
  4. hadden gestuwd
  5. hadden gestuwd
  6. hadden gestuwd
o.t.t.t.
  1. zal stuwen
  2. zult stuwen
  3. zal stuwen
  4. zullen stuwen
  5. zullen stuwen
  6. zullen stuwen
o.v.t.t.
  1. zou stuwen
  2. zou stuwen
  3. zou stuwen
  4. zouden stuwen
  5. zouden stuwen
  6. zouden stuwen
en verder
  1. ben gestuwd
  2. bent gestuwd
  3. is gestuwd
  4. zijn gestuwd
  5. zijn gestuwd
  6. zijn gestuwd
diversen
  1. stuw!
  2. stuwt!
  3. gestuwd
  4. stuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stuwen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
framdriva opstuwen; stuwen; voortstuwen; vooruitduwen

Related Words for "stuwen":