Dutch

Detailed Translations for teken from Dutch to Swedish

teken:

teken [het ~] noun

  1. het teken (indicatie; symptoom; aanwijzing)
    indikation; tecken; symptom
  2. het teken (blijk; bewijs)
    bevis
  3. het teken (sein; wenk)
    tecken; signal
  4. het teken (signaal)
    signal
  5. het teken (onderscheidingsteken)
    emblem

teken

  1. teken
    tecken

Translation Matrix for teken:

NounRelated TranslationsOther Translations
bevis bewijs; blijk; teken beweringsgrond; bewijs; bewijsmateriaal; bewijsmiddel; bewijsstuk
emblem onderscheidingsteken; teken
indikation aanwijzing; indicatie; symptoom; teken aanduiding; aanwijzing; spoor
signal sein; signaal; teken; wenk gebaar; geste
symptom aanwijzing; indicatie; symptoom; teken symptoom; ziektesymptoom
tecken aanwijzing; indicatie; sein; symptoom; teken; wenk aanduiding; aantekening; aanwijzing; gebaar; geschreven letter; geste; notitie; ordeteken

Related Words for "teken":


Synonyms for "teken":


Related Definitions for "teken":

  1. figuur om iets anders aan te duiden1
    • dit is het teken voor vrede1
  2. wat iets anders aanduidt1
    • rode wangen zijn een teken van gezondheid1

Wiktionary Translations for teken:


Cross Translation:
FromToVia
teken märke mark — indication for reference or measurement
teken tecken sign — visible indication
teken tecken sign — meaningful gesture
teken tecken sign — positive or negative polarity
teken tecken sign — linguistic unit in sign language
teken tecken; järtecken; omen sign — omen
teken tecken; bevis; kännetecken token — something serving as an expression of something else
teken bevis; gärd; prov preuve — Traductions à trier suivant le sens
teken tecken; bevis; gärd; prov; attest témoignageaction de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.

tekenen:

tekenen verb (teken, tekent, tekende, tekenden, getekend)

  1. tekenen (portretteren; afbeelden; schilderen)
    måla av; avbilda; porträttera
    • måla av verb (målar av, målade av, målat av)
    • avbilda verb (avbildar, avbildade, avbildat)
    • porträttera verb (porträtterar, porträtterade, porträtterat)
  2. tekenen (uittekenen)
    tekna
    • tekna verb (teknar, teknade, teknat)
  3. tekenen (ondertekenen; signeren)
    underteckna; skriva under
    • underteckna verb (undertecknar, undertecknade, undertecknat)
    • skriva under verb (skriver under, skrev under, skrivit under)
  4. tekenen (karakteriseren; kenmerken; typeren; kenschetsen)
    karakterisera; beteckna; känneteckna
    • karakterisera verb (karakteriserar, karakteriserade, karakteriserat)
    • beteckna verb (betecknar, betecknade, betecknat)
    • känneteckna verb (kännetecknar, kännetecknade, kännetecknat)

Conjugations for tekenen:

o.t.t.
  1. teken
  2. tekent
  3. tekent
  4. tekenen
  5. tekenen
  6. tekenen
o.v.t.
  1. tekende
  2. tekende
  3. tekende
  4. tekenden
  5. tekenden
  6. tekenden
v.t.t.
  1. heb getekend
  2. hebt getekend
  3. heeft getekend
  4. hebben getekend
  5. hebben getekend
  6. hebben getekend
v.v.t.
  1. had getekend
  2. had getekend
  3. had getekend
  4. hadden getekend
  5. hadden getekend
  6. hadden getekend
o.t.t.t.
  1. zal tekenen
  2. zult tekenen
  3. zal tekenen
  4. zullen tekenen
  5. zullen tekenen
  6. zullen tekenen
o.v.t.t.
  1. zou tekenen
  2. zou tekenen
  3. zou tekenen
  4. zouden tekenen
  5. zouden tekenen
  6. zouden tekenen
en verder
  1. ben getekend
  2. bent getekend
  3. is getekend
  4. zijn getekend
  5. zijn getekend
  6. zijn getekend
diversen
  1. teken!
  2. tekent!
  3. getekend
  4. tekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tekenen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
avbilda afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen afschilderen; doen lijken; dupliceren; uitschilderen
beteckna karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
karakterisera karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren
känneteckna karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren indexeren; van indexnummers voorzien
måla av afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen
porträttera afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen uitbeelden; uitschilderen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
skriva under ondertekenen; signeren; tekenen
tekna tekenen; uittekenen
underteckna ondertekenen; signeren; tekenen

Related Words for "tekenen":


Synonyms for "tekenen":


Related Definitions for "tekenen":

  1. er je handtekening onder zetten1
    • je moet dit formulier nog tekenen1
  2. duidelijk laten uitkomen hoe het is1
    • het tekent hem dat hij een uur te laat was1
  3. een afbeelding van iets of iemand maken1
    • hij tekende een landschap1

Wiktionary Translations for tekenen:


Cross Translation:
FromToVia
tekenen teckna; rita draw — to produce a picture
tekenen linjera line — to mark with a line
tekenen teckna; rita zeichnen — (transitiv) eine bildliche Darstellung mittels Stift, Kohle, Kreide und Ähnlichem oder mittels stiftbasierter Eingabegeräte (Touchpens), virtuellem Stift beziehungsweise Mausklick vornehmlich in Linien und Strichen von etwas oder jemandem (künstlerisch) anfertigen, welche sich letztlich
tekenen teckna; underteckna zeichnen — (transitiv) unterzeichnen
tekenen rita; teckna dessiner — Reeprésenter par un dessin
tekenen uppvisa; utpeka; kora désigner — Traduction à trier
tekenen märka; stämpla marquer — Distinguer une chose d’une autre au moyen d’une marque. (Sens général).
tekenen skriva; teckna; underskriva; underteckna signer — À trier

teek:

teek [de ~] noun

  1. de teek
    förmildra

Translation Matrix for teek:

NounRelated TranslationsOther Translations
förmildra teek

Related Words for "teek":


Wiktionary Translations for teek:


Cross Translation:
FromToVia
teek fästing tick — arthropod
teek fästing tique — zoologie|fr arachnide acarien ectoparasite sans ailes, qui s’attacher à la peau des chiens, des bœufs, des oiseaux ou des reptiles, se nourrir de leur sang grâce à un rostre.

Related Translations for teken