Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. terechtkomen:


Dutch

Detailed Translations for terechtkomen from Dutch to Swedish

terechtkomen:

terechtkomen verb (kom terecht, komt terecht, kwam terecht, kwamen terecht, terechtgekomen)

  1. terechtkomen (belanden; geraken; verzeilen)
    sluta; upphöra
    • sluta verb (slutar, slutade, slutat)
    • upphöra verb (upphör, upphörde, upphört)
  2. terechtkomen (treffen; raken)
    avsluta; sluta vid
    • avsluta verb (avslutar, avslutade, avslutat)
    • sluta vid verb (slutar vid, slutade vid, slutat vid)
  3. terechtkomen (landen; neerkomen; op de grond komen)
    landa; komma ner
    • landa verb (landar, landade, landat)
    • komma ner verb (kommer ner, komm ner, kommit ner)

Conjugations for terechtkomen:

o.t.t.
  1. kom terecht
  2. komt terecht
  3. komt terecht
  4. komen terecht
  5. komen terecht
  6. komen terecht
o.v.t.
  1. kwam terecht
  2. kwam terecht
  3. kwam terecht
  4. kwamen terecht
  5. kwamen terecht
  6. kwamen terecht
v.t.t.
  1. ben terechtgekomen
  2. bent terechtgekomen
  3. is terechtgekomen
  4. zijn terechtgekomen
  5. zijn terechtgekomen
  6. zijn terechtgekomen
v.v.t.
  1. was terechtgekomen
  2. was terechtgekomen
  3. was terechtgekomen
  4. waren terechtgekomen
  5. waren terechtgekomen
  6. waren terechtgekomen
o.t.t.t.
  1. zal terechtkomen
  2. zult terechtkomen
  3. zal terechtkomen
  4. zullen terechtkomen
  5. zullen terechtkomen
  6. zullen terechtkomen
o.v.t.t.
  1. zou terechtkomen
  2. zou terechtkomen
  3. zou terechtkomen
  4. zouden terechtkomen
  5. zouden terechtkomen
  6. zouden terechtkomen
diversen
  1. kom terecht!
  2. komt terecht!
  3. terechtgekomen
  4. terechtkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

terechtkomen [znw.] noun

  1. terechtkomen (landing; val)
    falla; landa; störta

Translation Matrix for terechtkomen:

NounRelated TranslationsOther Translations
avsluta afkrijgen
falla landing; terechtkomen; val
landa landing; terechtkomen; val
störta landing; terechtkomen; val tuimelen; vallen
VerbRelated TranslationsOther Translations
avsluta raken; terechtkomen; treffen aankomen; afkrijgen; aflopen met; afmaken; afronden; afsluiten; afwerken; beëindigen; compleet maken; completeren; een einde maken aan; eindigen; fiksen; finishen; haspelen; klaarkrijgen; klaarmaken; klaarspelen; laatste gedeelte afmaken; leegeten; naar einde toewerken; op een haspel winden; opeten; opklossen; opwikkelen; opwinden; ten einde zijn; uithebben; uitkrijgen; vervolledigen; volbrengen; volledig maken; volmaken; voltooien; voor elkaar krijgen
falla buitelen; duikelen; omrollen; omvallen; omvervallen; onderuitgaan; op zijn bek gaan; ten val komen; vallen
komma ner landen; neerkomen; op de grond komen; terechtkomen afdalen; landen; naar beneden dalen; naar beneden komen; neerdalen; neerkomen; omlaagkomen
landa landen; neerkomen; op de grond komen; terechtkomen aankomen op vliegveld; landen
sluta belanden; geraken; terechtkomen; verzeilen aankomen; afhaken; afsluiten; afvallen; afzeggen; afzien van; eindigen; ermee uitscheiden; eruitstappen; finishen; haspelen; naar einde toewerken; op een haspel winden; opgeven; ophouden; opklossen; opwikkelen; opwinden; staken; stoppen; uitscheiden
sluta vid raken; terechtkomen; treffen geraken; terecht komen
störta kelderen; naar beneden storten; neerstorten; neervallen; op de grond vallen; steil afhellen; steil vallen; sterk in waarde dalen; stormlopen
upphöra belanden; geraken; terechtkomen; verzeilen aflaten; ermee uitscheiden; ongeldig worden; opgeven; ophouden; staken; stoppen; uitscheiden

Related Translations for terechtkomen