Summary


Dutch

Detailed Translations for uitgeslapen from Dutch to Swedish

uitgeslapen:


Translation Matrix for uitgeslapen:

NounRelated TranslationsOther Translations
kvickt stroomversnelling
listig doortraptheid; geraffineerdheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; listigheid; raffinement; sluwheid; snoodheid
smart geniaal persoon; genie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
begåvad bij de pinken; clever; goochem; kien; schrander; slim; uitgeslapen bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
duktig gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig; volleerd
duktigt gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen behendig; bekwaam; competent; deskundig; fysiek in staat; handig; in staat; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vaardig; vakbekwaam; vakkundig; volleerd
knipslug clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
knipslugt clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
kryddad door en door; doorgewinterd; geroutineerd; geslepen; uitgeslapen gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig
kryddat door en door; doorgewinterd; geroutineerd; geslepen; uitgeslapen gekruid; gepeperd; hartig; heet; kruidig; pikant; pittig
kvick gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen bedachtzaam; correct; doordacht; dra; eerstdaags; gauw; nadenkend; pienter; raadzaam; spoedig; verstandig; weldenkend; weldra; wijs; wijselijk; zinnig
kvickt alert; gevat; oplettend; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen; wakker bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
listig clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen arglistig; berekenend; bezwaarlijk; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; lastig; leep; link; listig; met bezwaren; slangachtig; slinks; sluw
listigt clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen arglistig; berekenend; bezwaarlijk; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; lastig; leep; link; listig; met bezwaren; obsceen; schuin; slangachtig; slinks; sluw; vies; vunzig; zedeloos
skarpsinnigt clever; gevat; kien; pienter; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen
skarpt gehaaid; gevat; gewiekst; snedig; uitgeslapen bijdehand; fel; gescherpt; hanig; hard; hoog; kien; messcherp; met een scherp oog; nauwlettend; pienter; pikant; pinnig; puntig; schel; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; scherpklinkend; schril; slim; snerpend; snibbig; spits; uitgekookt; verlekkerd; vinnig; vlijmend
skickligt bij de pinken; clever; goochem; kien; schrander; slim; uitgeslapen behendig; bekwaam; bevoegd; handig; kundig; vaardig; volleerd
skärpt gehaaid; gevat; gewiekst; snedig; uitgeslapen
slipat gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen gescherpt
smart bij de pinken; clever; goochem; kien; schrander; slim; uitgeslapen adrem; bijdehand; geleerd; gevat; gis; intelligent; raak; schrander; slim; snedig; snugger; wijs
snabb alert; oplettend; uitgeslapen; wakker dra; eerstdaags; gauw; haastig; in alle haast; in allerijl; kortstondig; spoedig; terloops; vluchtig; weldra
snabbt alert; oplettend; uitgeslapen; wakker abrupt; bruusk; direct; dra; eensklaps; eerstdaags; gauw; gezwind; haastig; in alle haast; kortstondig; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk; spoedig; terloops; vluchtig; weldra
vaken alert; oplettend; uitgeslapen; wakker ad rem; alert; hoede; paraat; slagvaardig; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; wakker
vaket alert; oplettend; uitgeslapen; wakker ad rem; alert; hoede; paraat; slagvaardig; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; wakker
vass gehaaid; gevat; gewiekst; snedig; uitgeslapen bijdehand; kien; pienter; puntig; slim; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; uitgekookt
vasst gehaaid; gevat; gewiekst; snedig; uitgeslapen bijdehand; kien; messcherp; pienter; puntig; scherp; slim; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; uitgekookt

Wiktionary Translations for uitgeslapen:


Cross Translation:
FromToVia
uitgeslapen fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug artificieux — littéraire|fr péjoratif|fr Qui est plein d’artifice, de ruse.
uitgeslapen fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug astucieux — Qui a de l’astuce.
uitgeslapen fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug rusé — Qui a de la ruse, qui est plein de ruses.

uitgeslapen form of uitslapen:

uitslapen verb (slaap uit, slaapt uit, sliep uit, sliepen uit, uitgeslapen)

  1. uitslapen
    sova ut
    • sova ut verb (sover ut, sov ut, sovit ut)

Conjugations for uitslapen:

o.t.t.
  1. slaap uit
  2. slaapt uit
  3. slaapt uit
  4. slapen uit
  5. slapen uit
  6. slapen uit
o.v.t.
  1. sliep uit
  2. sliep uit
  3. sliep uit
  4. sliepen uit
  5. sliepen uit
  6. sliepen uit
v.t.t.
  1. heb uitgeslapen
  2. hebt uitgeslapen
  3. heeft uitgeslapen
  4. hebben uitgeslapen
  5. hebben uitgeslapen
  6. hebben uitgeslapen
v.v.t.
  1. had uitgeslapen
  2. had uitgeslapen
  3. had uitgeslapen
  4. hadden uitgeslapen
  5. hadden uitgeslapen
  6. hadden uitgeslapen
o.t.t.t.
  1. zal uitslapen
  2. zult uitslapen
  3. zal uitslapen
  4. zullen uitslapen
  5. zullen uitslapen
  6. zullen uitslapen
o.v.t.t.
  1. zou uitslapen
  2. zou uitslapen
  3. zou uitslapen
  4. zouden uitslapen
  5. zouden uitslapen
  6. zouden uitslapen
en verder
  1. ben uitgeslapen
  2. bent uitgeslapen
  3. is uitgeslapen
  4. zijn uitgeslapen
  5. zijn uitgeslapen
  6. zijn uitgeslapen
diversen
  1. slaap uit!
  2. slaapt uit!
  3. uitgeslapen
  4. uitslapend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitslapen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
sova ut uitslapen

Wiktionary Translations for uitslapen:


Cross Translation:
FromToVia
uitslapen sova ut sleep in — to sleep late