Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. uitvullen:


Dutch

Detailed Translations for uitvullen from Dutch to Swedish

uitvullen:

uitvullen verb

  1. uitvullen
    justera
    • justera verb (justerar, justerade, justerat)

Translation Matrix for uitvullen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
justera uitvullen aanpassen; afstellen; afstemmen; bijstellen; diepte loden; ding rechtzetten; instellen; regelen; uitlijnen