Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vast:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vaster from Dutch to Swedish

vast:


Translation Matrix for vast:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- zeker
ModifierRelated TranslationsOther Translations
sannerlig beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
sannerligt beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker

Related Words for "vast":


Synonyms for "vast":


Antonyms for "vast":


Related Definitions for "vast":

  1. zonder te wachten1
    • ik ga vast1
  2. steeds hetzelfde1
    • in deze winkel hebben ze vaste prijzen1
  3. stevig1
    • de zieke mag nog geen vast voedsel1
  4. stevig met iets verbonden, niet beweegbaar1
    • het plakband zit erg vast1
  5. waar je niet aan twijfelt1
    • hij komt vast wel1

Wiktionary Translations for vast:


Cross Translation:
FromToVia
vast fast; fäst fast — firmly or securely fixed in place
vast fast solid — in the solid state
vast fast form; fast ämne solid — chemistry: fundamental state of matter
vast ofarlig; säker; trygg; pålitlig; tillförlitlig; given sûrdont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai.