Linje: translate Swedish

Summary

Swedish to Dutch: more detail...

linje:
- polis; lijn; linie; streep; rooilijn; regel; schriftlijn; linietroepen; streepje; lijntje; politielint; afzetlint; lint; roeitochtje
Wiktionary:
- linje → lijn, rechte, streep, lijnstuk, aansluiting, verbinding, rimpel, opstellen, linie, regel, schreef, toer

Swedish

Detailed Translations for linje from Swedish to Dutch

linje (policy; politik)
de polis
- polis [de ~] noun
linje (streck; rand)
de lijn; de linie; de streep
- lijn [de ~] noun
- linie [de ~ (v)] noun
- streep [de ~] noun
linje (placering i rak linje; inriktning; rätning; rättningslinje; utstakning)
de rooilijn
- rooilijn [de ~] noun
linje
de regel; schriftlijn
- regel [de ~ (m)] noun
- schriftlijn [znw.] noun
linje
de linietroepen
- linietroepen [de ~] noun, plural
linje
het streepje; het lijntje
- streepje [het ~] noun
- lijntje [het ~] noun
linje
de lijn
- lijn [de ~] noun
linje (kordong; avspärringskedja)
politielint; afzetlint; het lint
- politielint [znw.] noun
- afzetlint [znw.] noun
- lint [het ~] noun
linje (rad)
het roeitochtje
- roeitochtje [het ~] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
afzetlint	avspärringskedja; kordong; linje
lijn	linje; rand; streck	rivsår; rynka; skrapmärke; tygel
lijntje	linje
linie	linje; rand; streck
linietroepen	linje
lint	avspärringskedja; kordong; linje	hårband; menyflikar
polis	linje; policy; politik
politielint	avspärringskedja; kordong; linje
regel	linje	filter; föreskrift; ordination; preskription; rad; recept; regel; stadgande; åläggande
roeitochtje	linje; rad
rooilijn	inriktning; linje; placering i rak linje; rätning; rättningslinje; utstakning
schriftlijn	linje
streep	linje; rand; streck
streepje	linje	tankstreck

Cross Translation:

From	To	Via
• linje	→ lijn	↔ file — chess: vertical line of squares
• linje	→ rechte; streep; lijn	↔ line — path through two or more points, threadlike mark
• linje	→ rechte; lijn	↔ line — geometry: infinite one-dimensional figure
• linje	→ lijnstuk; lijn; rechte	↔ line — geometry: continuous finite segment of such a figure
• linje	→ aansluiting; lijn; verbinding	↔ line — telephone or network connection
• linje	→ rimpel; lijn	↔ line — threadlike crease marking the face or the hand; hence, characteristic mark
• linje	→ lijn	↔ line — series or succession of ancestors or descendants of a given person
• linje	→ opstellen	↔ line — to form or enter into a line
• linje	→ lijn; linie; regel; schreef; streep; toer	↔ ligne — Traductions à trier suivant le sens