Swedish

Detailed Translations for snäsig from Swedish to Dutch

Spelling Suggestions for: snäsig


Wiktionary Translations for snäsig:


Cross Translation:
FromToVia
snäsig bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur bougon — (familier, fr) Qui a tendance à bougonner.
snäsig bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur grognon — Qui grogner. — usage N’a pas de féminin quand il s’applique aux personnes.
snäsig mistroostig; naargeestig; somber; triestig; balorig; kregel; slechtgehumeurd; kregelig; gemelijk; akelig; naar; onaangenaam; verdrietelijk; vervelend; bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur; saai maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.
snäsig bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur quinteux — Qui est fantasque, qui est sujet à des quintes, à des accès de mauvaise humeur.

External Machine Translations:


Dutch

Suggestions for snäsig in Dutch

Spelling Suggestions for: snäsig

External Machine Translations: