Tecken: translate Swedish

Swedish

Detailed Translations for tecken from Swedish to Dutch

tecken (signal)
het sein; het teken; de wenk
- sein [het ~] noun
- teken [het ~] noun
- wenk [de ~ (m)] noun
tecken (indikation; symptom)
het symptoom; de aanwijzing; het teken; de indicatie
- symptoom [het ~] noun
- aanwijzing [de ~ (v)] noun
- teken [het ~] noun
- indicatie [de ~ (v)] noun
tecken (indikation)
de aanwijzing; de aanduiding
- aanwijzing [de ~ (v)] noun
- aanduiding [de ~ (v)] noun
tecken (anteckning)
de notitie; de aantekening
- notitie [de ~ (v)] noun
- aantekening [de ~ (v)] noun
tecken (skrifttecken; bokstav; skrift; handstil)
geschreven letter
- geschreven letter [znw.] noun
tecken (gest; vink; signal)
het gebaar; de geste
- gebaar [het ~] noun
- geste [de ~] noun
tecken (insignier; utmärkelsetecken)
het ordeteken
- ordeteken [het ~] noun
tecken
teken
- teken

Noun	Related Translations	Other Translations
aanduiding	indikation; tecken	benämning; identifierare; namn; titel
aantekening	anteckning; tecken	anmärkning; anteckning; kommentar; kort brev; notering
aanwijzing	indikation; symptom; tecken	anvisning; fingervisning; förelöpare; föreskrift; handbok; hint; indikation; instruktion; ledtråd; spår; startpunkt; tips; undervisning; utgångspunkt
gebaar	gest; signal; tecken; vink	gest; gymnastik
geschreven letter	bokstav; handstil; skrift; skrifttecken; tecken
geste	gest; signal; tecken; vink
indicatie	indikation; symptom; tecken
notitie	anteckning; tecken	affärsanteckning; affärsnotering; anmärkning; anteckning; notering
ordeteken	insignier; tecken; utmärkelsetecken
sein	signal; tecken
symptoom	indikation; symptom; tecken	symptom
teken	indikation; signal; symptom; tecken	bevis; emblem; signal
wenk	signal; tecken	hint; ledtråd; tips
Not Specified	Related Translations	Other Translations
teken	tecken

Cross Translation:

From	To	Via
• tecken	→ karakter	↔ character — symbol for a sound or a word
• tecken	→ karakter	↔ character — (computing) basic element in a text string
• tecken	→ teken	↔ sign — visible indication
• tecken	→ teken	↔ sign — meaningful gesture
• tecken	→ speciaal teken	↔ sign — any of several specialized non-alphabetic symbols
• tecken	→ teken	↔ sign — positive or negative polarity
• tecken	→ gebaar; teken	↔ sign — linguistic unit in sign language
• tecken	→ voorteken; teken	↔ sign — omen
• tecken	→ symbool	↔ symbol — character or glyph
• tecken	→ teken	↔ token — something serving as an expression of something else
• tecken	→ aanwijzing	↔ Hinweis — etwas, das jemanden auf etwas aufmerksam macht
• tecken	→ symbool; zinnebeeld	↔ symbole — figure ou image qui servir à désigner une chose le plus souvent abstraite, une idée ou un concept.
• tecken	→ bewijs; blijk; teken; merkteken; wenk; adstructie; attest; certificaat; getuigenis; getuigschrift; testimonium; verklaring; getuigenverklaring	↔ témoignage — action de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.